Wij verlangen geen kunstgrepen van onze honden. We willen ‘slechts’ evenwichtige en betrouwbare gezinshonden die een paar, voor ons, essentiële commando’s opvolgen. Onze honden ‘moeten’ dan ook niet zoveel. Wij daarentegen moeten een omgeving creëren waarin de hond zich kan ontwikkelen tot bovenstaand geschetst beeld.

Onze tien geboden zijn:

– Voorzie in de basisbehoeften van de hond. Vanzelfsprekend gezond eten, drinken, onderdak en voldoende beweging. Maar ook mentale stimulans, sociaal contact, waardering en veiligheid behoren daartoe.

– Bied als roedelleider (althans zo willen we onszelf graag zien, hopelijk de honden ook) die veiligheid niet alleen in de vorm van bescherming maar zeker ook in de vorm van duidelijkheid.

– Begrijp en ‘spreek’ hun hondentaal.           

– Zorg dat een pup tot de leeftijd van 4 – 5 maanden geen (of in ieder geval zo min mogelijk) negatieve ervaringen opdoet.

– Respecteer dat iedere hond anders is; een eigen (leer)tempo heeft.
– Beloon gewenst gedrag. Dit hoeft niet overmatig maar het verdient wel kort aandacht.

– Voorkom zoveel mogelijk ongewenst gedrag. Dit kost meer (voorbereiding) tijd dan het geven van een correctie maar is veel beter voor jullie band.

– Herken (de opbouw naar) ongewenst gedrag en reageer hier accuraat op. Anders gezegd laat dingen niet escaleren tot ze echt niet meer leuk zijn.
– Laat je niet africhten door je hond (bedelen om eten / aandacht of irritant gedrag laten zien tot je reageert).

– Last but not least: Handel niet uit frustratie. Hetgeen je dan doet heeft nooit het gewenste effect (op de lange termijn).